Manuscript uit Accra – Paulo Coelho
De Alchemist van Paulo Coelho heb ik afgelopen zomer gelezen en het is een van mijn lievelingsboeken geworden. Ik was zo enthousiast over het boek dat ik een beetje bang was dat zijn andere boeken zouden tegenvallen. Maar dat is niet het geval. Natuurlijk, dit boek komt niet in de buurt van hoe prachtig ik de Alchemist vond maar het is nog steeds wel een erg goed boek. Ik herkende de typische schrijfstijl van Paulo Coelho terug en dat vond ik heel leuk.
Het verhaal speelt zich af in Jeruzalem. De stad wacht op een invasie van de kruisvaarders. Binnen de muren van de stad zijn mannen en vrouwen van elke leeftijd en elk geloof samengekomen om de wijze woorden van een mysterieuze mannen te horen die alleen bekend staat als ‘Kopt’. Hij heeft de stedelingen opgeroepen om hun angsten met de waarheid te bespreken: iedereen is vrij om elke ‘vraag’ te stellen waarmee ze zitten. De mensen beginnen met vragen over liefde, eenzaamheid, succes enzovoort. Allerlei onderwerpen komen voorbij. Elke hoofdstuk begint met een vraag van een persoon en die antwoord de Kopt met wijze woorden. De hoofdstukken zijn kort, vaak maar een paar bladzijden en ik vond het heel intrigerend hoe zij zulke grote levensvragen zo simpel en mooi kon verwoorden (net zoals in de alchemist).
Om even een idee te krijgen over wat voor ‘vragen’ er gesteld worden zal ik er hier een paar noemen:
‘Toen vroeg mijn buurman Yakob: ‘Vertel ons wat het is om verslagen te worden.’
‘En een vrouw die Almira heette en kleermaakster was, zei: ‘Als ik weg was gegaan voor dat de kruisvaarders kwamen, had ik nu in Egypte gewerkt. Maar ik ben altijd bang geweest voor verandering.’
‘De man die de opmerking over werk gemaakt had, vroeg nu: ‘En waarom zijn sommige mensen succesvoller dan andere?’
Ik vond het heel fijn dat je elk hoofdstuk in principe los van elkaar kon lezen. Hiermee bedoel ik dat je niet echt per se helemaal in het boek hoeft te zitten. Dit is dus een goed boek om te lezen wanneer je te druk bent om je helemaal te verdiepen in een verhaal maar toch nog even een hoofdstukje hier en daar wil lezen.
Ik twijfelde heel erg of ik dit erbij zou zetten want het is veel en veel te lang, maar ik vind echt dat deze blogpost wat zou missen als ik het niet zou delen. Hieronder heb ik mijn lievelingshoofdstuk geciteerd. Het is zo’n bijzondere manier van kijken naar schoonheid . Normaal hoor je namelijk dat schoonheid oppervlakkig is en dat je daar niet te veel waarde aan moet hechten. Echter kwam de Kopt met een heel nieuw inzicht die me echt is bijgebleven:
‘En iemand nog zei: ‘Op een ogenblik waarop alles verschrikkelijk lijkt, moeten we onszelf zien op te vrolijken. Vertel ons daarom over de schoonheid.’
‘We hebben altijd horen zeggen: ‘’Waar het om gaat is niet de uiterlijke, maar de innerlijke schoonheid.’’.
Niets is minder waar. Als het waar zou zijn, waarom zouden de bloemen dan zoveel moeite doen om de aandacht van de bijen te trekken? En waarom zouden de regendruppels zich dan in een regenboog veranderen wanneer ze de zon zien?
Omdat de natuur naar schoonheid verlangt. En pas tevreden is wanneer iets haar in vervoering kan brengen. Uiterlijke schoonheid is het zichtbare deel van inwendige schoonheid, ze manifesteert zich door het licht dat uit ieders ogen straalt. Het is van geen belang of iemand wel of niet goed gekleed gaat, wel of niet bezig is indruk te maken op zijn omgeving. Zijn ogen zijn de spiegels van zijn ziel en reflecteren alles wat verborgen lijkt.
Maar behalve dat ogen schitteren kunnen, hebben ze ook een andere kwaliteit: ze functioneren als spiegel voor degene die in die ogen kijkt.
Als de ziel van die persoon duister is, zal hij steeds zijn eigen lelijkheid zien. Want zoals alle spiegels reflecteren ook deze spiegels ons eigen gezicht.
Schoonheid is aanwezig in alles wat geschapen is. Maar het gevaar van schuilt in het gegeven dat we ons, als menselijke wezens die vaak ver van de Goddelijke Energie verwijderd zijn, laten leiden door het oordeel van een ander.
We loochenen onze eigen schoonheid omdat anderen die niet kunnen of willen zien. In plaats van te accepteren wie we zijn, proberen we wat we om ons heen zien na te bootsen.
We proberen te zijn als een ander van wie iedereen zegt: ‘’Die is mooi!’’ Langzaam zal onze ziel verdorren, zal onze wil aan kracht verliezen en zal alle vermogen dat we hadden om de wereld mooier te maken uit ons wegvloeien.
We zijn vergeten dat de wereld is zoals wij ons voorstellen dat ze is.En dat alles omdat iemand op een dag zei: ‘’Jij bent lelijk!’’ Of omdat een ander opmerkte : ‘’ Zíj is mooi!’’
Met slechts drie woorden zijn ze erin geslaagd om ons al ons zelfvertrouwen te ontnemen.
En dat maakt ons lelijk. En het laat ons bitter achter.
Tijdens zo’n moment vinden we troost in wat we ‘’wijsheid’’ noemen: een verzameling van ideeën bijeengebracht door mensen die ernaar streven de wereld te fixeren, in plaats van het mysterie van het leven te respecteren. Ze komen met regels, reglementen, maatregelen en allemaal volkomen onnodige kennis waarmee ze een gedragsnorm proberen vast te leggen.
Deze vermeende wijsheid lijkt te zeggen: houd je niet bezig met schoonheid, want schoonheid is oppervlakkig en vergankelijk.Dat is niet waar. Al het geschapene onder de zon, van vogels tot bergen, van bloemen tot rivieren, weerspiegelt het wonder van de schepping.
Als we de verleiding kunnen weerstaan om anderen te bepalen wie we zijn, dan zullen we geleidelijk aan in staat zijn de zon, die in onze ziel huist, te laten stralen en schitteren.
De Liefde komt vlakbij en zegt: ‘’Je aanwezigheid was me nog nooit opgevallen.’’
En onze ziel antwoordt: ‘’ Kijk dan eens goed, want hier ben ik. Er was een briesje nodig om het stof uit je ogen te blazen. Maar ga niet weg nu je me gezien hebt, want schoonheid wekt de begeerte van iedereen.’’
Schoonheid is niet gelegen in gelijkvormigheid, maar in verschil. We kunen ons niet een giraf niet voorstellen zonder zijn lange nek, of een cactus zonder zijn stekels. Dat de peken van de bergen die ons omringen onregelmatig van vorm zijn, maakt ze juist zo indrukwekkend. Als de mens zou proberen ze allemaal dezelfde vorm te geven, zouden ze niet langer ontzag inboezemen.
Iets wat onvolmaakt lijkt, verbaast ons en trekt ons aan. Wanneer we een ceder bekijken, denken
we niet: de takken zouden allemaal dezelfde lengte moeten hebben. We denken: wat een sterke boom!
Wanneer we een slang zien, zeggen we nooit: ‘’ Ze kruipt over de grond, maar ik loop, met opgeheven hoofd.’’ We denken: ook al is ze klein, ze heeft een kleurige huid en beweegt elegant, en ze is machtiger dan ik.
Wanneer een kameel de woestijn doorkruist en ons naar de plaats brengt waar we naartoe willen, zeggen we nooit: ‘’ Hij heeft bulten en lelijke tanden.’’ We denken: hij is mijn liefde waard, want hij is trouw en is mijn toeverlaat. Zonder hem zou ik de wereld niet kunnen leren kennen.
Een zonsondergang is altijd mooier wanneer de hemel is bedekt met grillige wolken, want alleen op die manier kan hij de vele kleuren reflecteren waaruit dromen en poëzie worden gemaakt.
Sommigen zeggen: ik ben niet mooi, want de Liefde heeft niet bij me aangeklopt. Ze zijn zielig. De waarheid is dat de liefde wel heeft aangeklopt. Ze zijn zielig. De waarheid is dat de Liefde wel heeft aangeklopt – maar ze deden niet open want ze waren niet klaar om haar te ontvangen.
Ze wilden zich mooi maken, terwijl ze dat eigenlijk al waren.
Ze wilden op anderen lijken, terwijl de Liefde op zoek was naar iets oorspronkelijks.
Ze wilden weerspiegelen wat van buiten kwam en waren het sterkere Licht dat van binnen kwam vergeten.’
Als je deze hele lap tekst hebt gelezen: ik hoop dat je het net zo mooi vond als ik!
Verder wil ik nog zeggen dat God af en toe wel benoemd wordt in dit boek, dus als je daar echt helemaal niks mee hebt is dit boek misschien niet iets voor je. Maar als je een groot inlevingsvermogen hebt hoeft het geen probleem te zijn. Ook is het af en toe best ‘zweverig’ maar daar houd ik wel van. Als laatste wat ik nog wil zeggen over dit boek is dat het vooral interessant is als je ‘standaard levensvragen’ vanuit een ander daglicht wil bekijken.