Kitchen – Banana Yoshimoto
Kitchen is een origineel en ontroerend boek dat twee verhalen bevat: het titelverhaal en ‘Moonlight shadow’. ‘Kitchen’ is het verhaal van de jonge Mikage die de ordeloosheid in haar leven compenseert met overmatige liefde voor keukens. Nadat haar grootmoeder is overleden trekt ze in bij kennissen. Daar wordt ze geconfronteerd met transseksualiteit en de eenzaamheid van leven in een grote, moderne Japanse stad. Het is, net als ‘Moonlight shadow’, een elegant verhaal waarvan de schijnbare eenvoud in feite de list is van de meesterlijke verteller.
Dit boek was prachtig. En zoals het met prachtige boeken gaat vind ik het ontzettend moeilijk om uit te leggen waarom ik het nou zo prachtig vind. Ik ga mijn best doen. Maar ik moest dus wel zeggen dat mij woorden niet mijn gevoel kunnen beschrijven zoals ik dat zou willen.
Al vanaf de eerste bladzijden wist ik dat ik het geweldig vond en dan heb je natuurlijk de tegenstrijdigheid van willen doorlezen en doorlezen en juist pauzes nemen zodat je het niet te snel uit hebt.
Het boek heeft soms magisch realistische elementen. Het hele boek voelde als een soort gekke droom met mijn ogen open. Bepaalde stukjes waren zelfs een droom in een droom voor mijn gevoel. Toen ik het boek uithad had ik er moeite mee om meteen weer terug te gaan naar de realiteit. Ik zou hier graag dieper op willen ingaan maar dat kan niet zonder spoilers.
Haar schrijfstijl is minimalistisch. Ze schrijft in simpele en korte zinnen. Maar het gevoel dat ze bij je losmaakt met haar manier van schrijven is zó intens. En met daarmee bedoel ik zowel de gelukkige als de verdrietige emoties. Om even een voorbeeld te geven, hieronder citeer ik een van die prachtige simpele zinnen:
‘Langzamerhand zal ik ouder worden, allerlei ervaringen opdoen, en steeds weer zal ik gekwetst worden. Steeds weer zal ik vallen, maar steeds weer zal ik opstaan. Nooit zal ik me gewonnen geven. Nooit mag ik de moed verliezen.’
Nu ik dit hier opnieuw lees kan ik me voorstellen dat het zonder context niks met je doet, maar ik durf je te verzekeren dat dit soort stukjes je heel erg raken als je het verhaal zelf leest.
De twee verhalen hebben verschillende thema’s: de dood, liefde, vriendschap. Thema’s die dus enorm vaak voorkomen in boeken. Maar om na alles wat er al over geschreven met zoiets unieks te komen vind ik zo ontzettend knap.
Een korte inhoud van het eerste verhaal om een beetje een idee te krijgen waar het over gaat:
Mikage, de hoofdpersoon van het verhaal heeft op jonge leeftijd haar ouders verloren. Ze is daarna opgevoed door haar grootmoeder. Als haar grootmoeder ook overlijd heeft ze plotseling niemand meer. Ze verkoopt het huis van haar grootmoeder en probeert een nieuwe woonplek te vinden. Op een dag komt opeens de jongen die in werkt in de bloemwinkel waar haar grootmoeder vroeger vaak kwam. Hij vertelt haar dat hij gehoord heeft van haar grootmoeders dood en vraagt haar of ze bij hem en zijn moeder in wil wonen. Dit aanbod komt volledig onverwacht, maar Mikage gaat ermee in. Zonder verder te veel te verklappen begint daar het verhaal.
Mikage, heeft een fascinatie voor keukens. Dat was vanaf het begin al leuk om te lezen en een keer wat anders dan wat je bent gewend. Koken is haar passie dus keukens horen daarbij dacht ik. Gaandeweg kwam ik erachter dat de keukens voor haar meer waren dan alleen een plek waar ze kan doen wat ze het liefste doet. De keukens staan als symbool voor comfort, een warme plek waar ze zich thuis en veilig voelt.
‘De keukens van mijn dromen. Ik zal er vele, vele leren kennen. In mijn verbeelding, in de werkelijkheid of op mijn reizen. Alleen, onder mensen of met zijn tweeën. De keukens van mijn leven, het zullen er een heleboel zijn’.
Ik vond de manier waarop Yoshimoto kritiek uit naar de verwachtingen die de maatschappij oplegt aan genders mooi. Ze uit kritiek op zo’n indirecte wijze dat het niet ikdringmijnmeningaanjeop-achtig overkwam. Vaak gaat het bij genderongelijkheden over vrouwen die nadelen bevinden. Hier gaat het echter over de manier waarop er naar mannen en hun emoties gekeken wordt. Eriko, Yuichi’s moeder,vertelt over de tijd dat zijn vrouw ziek was (toen hij zelf nog een man was) en hem smeekte de ananasplant die hij voor haar had gekocht voor in haar ziekenhuiskamer naar huis te nemen.
‘… Mij bleef geen andere keus dan de ananas mee naar huis te nemen. Ik droeg hem in mijn armen. Ondanks dat ik en man was, huilde ik als en kind en hoewel het bitter koud was, kon ik zo geen taxi nemen. Toen heb ik waarschijnlijk voor het eerst gemerkt, hoezeer ik het haatte een man te zijn. Nadat ik een beetje gekalmeerd was, ben ik naar het station gelopen, heb in een kroeg wat gedronken en wilde toen met de trein naar huis gaan.’
Het is toch te zot voor woorden dat mannen niet ‘mogen’ huilen en dat Eriko voelde dat hij zo niet een taxi kon nemen. ‘Hoezeer ik het haatte een man te zijn’ staat er zo direct en rauw dat het me heel erg raakte. Nu is dit boek in 1988 uitgegeven en ik vind het heel erg jammer dat er anno 2018 er nog steeds verwacht wordt van mannen dat ze niet huilen, want dat is niet ‘mannelijk’.
Mikage besluit op een gegeven moment te stoppen met de universiteit en fulltime te werken in een keukenshow. Ik vond het leuk dat ze haar hart volgde en dat er een keer wordt geschreven over een jongvolwassene die niet de ‘normale’ weg neemt naar een baan.
Het tweede verhaal was net zo goed als het eerste. Het is net zo dromerig en magisch als het eerste verhaal. De opbouw is perfect: de manier waarop langzamer nieuwsgieriger word en dan plotseling alles duidelijk wordt. Ik vertel even heel kort zonder spoilers waar het verhaal over gaat:
De hoofdpersoon is Satsuki. Satsuki’s vriend is omgekomen in een auto-ongeluk toen hij de vriendin (Yumiko) van zijn broertje (Hiiragi) naar het station reed. De vriendin van Hiiragi is toen ook omgekomen. Satsuki en Hiiragi proberen samen met de dood van hun dierbaren om te gaan.
Na de dood van haar vriend is Satsuki begonnen met hardlopen in de vroege ochtend. Op een van haar hardloopsessies komt ze de mysterieuze Urara tegen. En vanaf daar begint het prachtige verhaal.
De dood als thema is in dit verhaal veel meer aanwezig dan het eerste. Niet op een manier dat de schrijver wil dat je een potje gaat janken. Het verhaal heeft iets heel hoopvols en ik moest dan wel huilen bij het einde, maar dat was het soort huilen omdat het einde zó mooi is. Net als bij het eerste verhaal gaat het over hoe je je leven weer oppakt na het verliezen van een dierbare. Veel meer kan ik er niet over zeggen zonder wat te verklappen.
Lees niet verder voor spoilers:
Zoals ik al zei heeft het boek magisch realistische elementen. Ik wil het hebben over een van die stukjes. Mikage gaat voor haar werk een paar dagen op reis. Ondertussen is Yuichi is ook een tijdje uit Tokyo omdat hij zijn moeders’ dood wil verwerken. Mikage belt Yuichi en samen klagen ze over het eten dat ze op hun bestemmingen niet lekker vinden. Na het telefoontje besluit Mikage om naar een restaurant te gaan en bestelt daar katsudon. Het eten blijkt heerlijk te zijn en heel impulsief besluit ze dat ze nog een portie koopt om het naar Yuichi te brengen. Ze neemt de lange taxi naar zijn hotel. En vanaf daar is het zó surrealistisch. Het voelde als een droom en ik begon te twijfelen of het echt was wat Mikage deed of dat het een droom was waar ze uit wakker zou worden. Het feit dat Mikage alles ook bijna als een droom ervaart ent twijfelt over de realiteit maakte het extra bijzonder.
‘Vanaf het moment dat ik Yuichi gezien had, was elk gevoel van werkelijkheid uit mijn hart verdwenen. Dat we elkaar een hele tijd kenden, dat we zelfs een tijdlang in hetzelfde huis geleefd hadden, dat alles leek me slechts een vage droom. Het was als bevond hij zich in een andere wereld, en ik was bang voor zijn koude ogen’
(…)
‘Misschien bevond ik mij werkelijk in een nachtmerrie van Yuichi. Hoe langer ik hier bleef, hoe meer ik een deel van deze boze droom zou worden en op het laatst in zijn duisternis oplossen. ‘
Dit soort stukjes waren echt geweldig.
Mikage heeft na Eriko’s dood steeds op de meest random momenten herinneringen aan Eriko. Ik vond dit zo mooi, omdat je in het echte leven ook op de meest random momenten herinnert wordt aan de mensen die je mist.
In het tweede verhaal wil ik het nog hebben over het stukje waar Satsuki naar de rivier gaat en haar vriend Hitoshi ziet. Wat een prachtig stukje. Hoe knap geschreven. Het voelt alsof ik er echt bij ben geweest. En wat een mooie betekenis. Satsuki kan nu eindelijk afscheid nemen van Hitoshi en verder gaan met haar leven. Ik vind het heel mooi dat Hiiragi en Ursura hetzelfde meemaakten op het zelfde moment zonder het val elkaar te weten. Hoe Ursura ze daar beide ook achter komen was heel leuk en grappig beschreven.
Ik kijk er naar uit om meer te lezen van Banana Yoshimoto, al heb ik het vermoeden dat ik haar beste werk met kitchen nu al gelezen heb.
Dank aan de vertaling door Megan Backus