The passionate Nomad. The diary of Isabelle Eberhardt
Een aantal maanden geleden las ik toevallig een fragment uit Isabelle Eberhardt’s dagboek op internet. Toen ik vervolgens googelde wie deze vrouw was raakte ik gefascineerd door haar levensverhaal. Gelukkig kon ik haar dagboek al snel lenen bij de bieb en vol nieuwsgierigheid begon ik aan haar dagboek.
Ik zal allereerst wat over haar leven vertellen. Isabelle Eberhardt was een Zwitsers/Russische reizigster en schrijfster met een bijzonder leven. Ze was in 1877 geboren in Zwitserland maar haar familie kwam uit Rusland. Isabelle werd samen met haar broers en zussen door haar vader thuis onderwezen in vele talen en vakken, maar haar passie lag in de literatuur. Op jonge leeftijd begon ze zich te kleden als een jongen. Ook later trok Isabelle zich niks aan van de normen en waarden die golden voor vrouwen in die tijd. Gefascineerd door Noord-Afrika besluit ze te verhuizen naar Algerije. Ze bekeert zich tot de Islam, kleedt zich als een man en noemt zichzelf Si Mahmoud Saadi. Ze trouwt met een Algerijnse officier Slimane Ehnni. Ze leeft als een nomade en blijft haar hele leven reizen totdat ze op 27-jarige leeftijd overlijdt doordat haar hutje op de bergen in een modderstroom terechtkomt.
Ik had verwacht dat ik haar levensverloop en haar reizen het leukst zou vinden om te lezen. Nu vond ik dat toch niet zo boeiend als verwacht. Misschien kwam dat omdat ik al te veel had opgezocht op internet. De dagboekfragmenten waarin ze uitlegt waar ze is of waar ze nog naar toe gaat etc. vond ik echt heel saai.
De persoonlijke stukjes vond ik het interessantst. Ergens in haar dagboek benoemt ze dat ze zich ervan bewust is dat iemand ooit haar dagboek zal lezen:
‘Should anyone happen to take the trouble to read this diary one day, it would be a faithful mirror of the fast pace of my life which, for all I know, may already be in its final stages.’
Desondanks blijft ze heel oprecht schrijven, alsof niemand meeleest. Haar persoonlijke stukjes zijn soms heel mooi geschreven, meer alsof je een fictieboek leest en de schrijver lang heeft nagedacht hoe hij iets moet bewoorden. Echter, bij Isabelle merk je direct dat dit is hoe zij van nature denkt en niet forceert haar gevoelens op een mooie manier op te schrijven.
Ze was uniek en anders dan de meeste mensen, daar was ze zichzelf ook natuurlijk ook bewust van. Maar dit deed ze niet expres en waarom ze zo leefde wist ze zelf ook niet helemaal:
‘God alone can tell – I shall not know who I am, nor the reason for my curious life. If my strange way of life were merely a pose, one could indeed say: ‘She has asked for it…’ But that is not the case! No one has ever lived as haphazardly as I do, and it is the inexorable chain of events that accounts for my being where I am, events that are not of my making. Perhaps the strange side of my nature can be summed up in a single trait: the need to keep searching, come what may, for new events and inertia and stagnation.’
Haar sterke band met God en de Islam intrigeerde me. Ondanks tegenslagen blijft haar geloof sterk, en naarmate je verder leest in het dagboek wordt haar geloof steeds sterker. Volgens mij heb ik nog nooit eerder gelezen over iemand die zo zo’n sterke band had met zijn/haar geloof. Vooral haar geluksmomentjes met haar geloof vond ik leuk om te lezen:
‘Oh, to lie upon the rugs of some silent mosque, far form the noise of wanton city life, and, eyes closed, gaze turned heavenwards, listen to Islam’s song for ever!’
Lezer over haar grote liefde voor Noord-Afrika was heel interessant. Ze had niet ‘zomaar’ een plek uitgekozen om naar toe te vluchten, haar hart lag daar echt. Dat was de enige plek waar ze diep gelukkig kon zijn. Zo’n plaatsgebonden geluk is iets wat ik zelf niet echt ervaar. Bij mij hangt mijn geluk af van andere factoren, maar hierdoor was het extra bijzonder om het ervaren van geluk vanuit haar perspectief te lezen.
Waarom ze zichzelf kleedt als een man benoemt ze niet in haar dagboek. Er wordt aangenomen dat het te maken had met de vrijheid die het haar gaf om als man te reizen in plaats van als vrouw, maar ik had gehoopt dat ze ergens in haar dagboek er zelf iets over zou zeggen. Misschien heeft ze er wel over geschreven in de complete versie in haar dagboek.
Ik heb er achteraf spijt gehad dat ik deze versie van haar dagboek heb gelezen. Deze kon ik makkelijk bij de bieb verkrijgen dus ik ging niet echt verder zoeken naar iets anders. Rana Kabbani heeft namelijk een selectie gemaakt van haar dagboek. De dagboekfragmenten waren veel te willekeurig uitgekozen. Het las niet als een vloeiend tijdsverloop van iemands leven, maar meer alsof Kabbani maar zelf heeft uitgekozen welke kant van Isabelle hij aan ons wilde laten zien en welke niet. Zijn commentaar bij bepaalde stukjes versterkte mijn gevoel hierover nog meer. Ook had ik vraagtekens bij de introductie ie hij heeft geschreven. Op zijn zachtst gezegd ergerde ik me mateloos aan de dingen die hij zomaar over Eberhardt zegt zonder ook maar met een bron of uitleg te komen. Hier maar een voorbeeld:
‘She hadn’t the slightest desire to associate with women, for whom she felt only dislike and hostility’.
Allereerst komt hij niet aan met een bron waaruit dit blijkt. Uit de dagboekfragmenten uit deze selectie lees ik nergens ‘dislike’ en ‘hostility’ naar vrouwen toe. Het zou natuurlijk kunnen dat hij dit haalde uit de complete versie van haar dagboek, maar dan zou hij dat op zijn minst als bron moeten vermelden vind ik.
Ik zou aanraden om de introductie over te slaan en gelijk te beginnen met haar dagboek zelf. Deze blogpost wil ik graag afsluiten met mijn favoriete zin uit haar dagboek:
‘I must learn to feel more deeply, to see better, and above all, to think.’
Dank aan de vertaling door Nina Voogd